De voorzieningenrechter heeft deze week een streep gezet door de avondklok, omdat bij de noodzaak 'grote vraagtekens te plaatsen zijn.' Het kabinet zou onvoldoende kunnen aantonen dat van deze coronamaatregel een substantieel effect uitgaat op de reductie van het aantal Covid-besmettingen (NRC, 17-02-2021).
De uitspraak speelt zich, net als het politieke en maatschappelijke gesprek over de coronamaatregelen, af in het licht van een precaire balans. Aan de ene kant is er de behoefte aan veiligheid, in de zin van de volksgezondheid, en aan de andere kant aan vrijheid, in de zin van de bewegingsruimte. De meeste coronamaatregelen brengen een beperking in de vrijheid, met als streven de veiligheid te bevorderen.
Het gebrek aan bewijs voor de avondklok valt te rechtvaardigen vanuit het oogpunt van de volksgezondheid. De redenering is dan om nu te kiezen voor veiligheid en het zekere voor het onzekere te nemen. Hiermee kan spijt over mogelijke schade in de toekomst, in de vorm van meer Covid-doden en een bezwijkende gezondheidszorg, worden voorkomen.
Vanuit het oogpunt van bewegingsruimte is de rechtvaardiging zo helder nog niet. Hier speelt niet een winst in zekerheid, als wel een verlies aan mogelijkheden. Een verlies dat in het heden optreedt, terwijl de winst van de zekerheid in de toekomst ligt. Dit verlies laat zich direct voelen, en hieruit valt de roep om bewijs voor de avondklok te begrijpen.
Het coronabeleid is in maart 2020 overwegend begonnen met adviezen, al dan niet dringend. Dit is een vorm van bevordering van de volksgezondheid met behoud van de ruimte om eigen keuzes te maken. De eigen verantwoordelijkheid van de burger, en hiermee de autonomie en zelfbeschikking, vormden het uitgangspunt.
Toen bleek dat de pandemie niet tot stilstand kwam, en dat de druk op de zorg groot bleef. Uit onmacht is de overheid in de richting van dwang en pressie gaan bewegen, door het instellen van geboden en verplichtingen. Middels macht en controle kon de burger misschien alsnog in de gewenste gedragsverandering worden gedirigeerd.
Ook hierop bleven overtuigende effecten van het beleid uit. Dit is waarschijnlijk de reden dat de avondklok zo gevoelig ligt. Eerst in de politiek, waar de maatregel na veel discussie door de Tweede Kamer is aangenomen, vervolgens onder de bevolking, met rellen in het weekend van de invoering, en nu voor de rechtbank. Het geeft weer dat de maatschappelijke grenzen van de vrijheidsbeperking in zicht zijn gekomen.
Het prettige voor beleidsmakers is dat het aantal correlationele studies naar de effectiviteit van coronamaatregelen groeit. Hieruit blijkt dat de meeste coronamaatregelen werken, in het bijzonder als ze vroegtijdig worden ingevoerd. Tegelijkertijd blijken gebieden en verplichten geen groter effect te sorteren dan informeren en adviseren (Haug et al., 2020).
Met deze kennis op het vizier kan de overheid de avondklok, die thuisblijven afdwingt, met een gerust hart schrappen. Het advies 'Blijft u alstublieft thuis', al dan niet dringend, heeft waarschijnlijk eenzelfde effect op de ontwikkeling van de besmettingscijfers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten