donderdag 21 augustus 2014

Het ei en de dooier

Crisis in het boekenvak? De Italiaanse intellectueel Alessandro Baricco vindt dat het wel meevalt. En nee, hij heeft het niet over de enorme omzetval van de laatste jaren. Baricco schreef zijn essaybundel De Barbaren al in 2006. Het was de tijd dat uitgevers met een Havana en een Glenfiddich de oplopende winsten vierden. De zorgen? Die kwamen van cultuurcritici, en gingen over literair verval.

Een veelgehoorde klacht (nog steeds) luidde: de schappen liggen vol met Vijftig Tinten, de biografie van Gijp, goedkope thrillers, damesrommannetjes en andere pulp. Allemaal waar, geeft Baricco toe, maar is dat ten koste gegaan van het literaire boek? Nope, als je afgaat op de verkopen, bloeit de literatuur als nooit tevoren.

In plaats van een nakende teloorgang is er volgens Baricco eerder sprake van marginalisering. De dooier van de literatuur krimpt, ten faveure van het omringende eiwit. Een geruststelling voor wie lijdt aan de angst voor cultureel verlies. Een genuanceerde positie bovendien, in een debat dat wordt gedomineerd door zwart-wit-denken. Het stelde mij dan ook teleur dat Baricco zijn fluïde denkwijze verderop laat varen. Hij betoogt, en dat is de middelpuntvliedende kracht, dat onze opvatting van betekenis verandert - maar vervangt 'oud' iets te schematisch voor 'nieuw'.

Baricco ziet een generatie opgroeien met de vluchtigheid van een eendagsvlieg. Vroeger daalden we, langzaam en geduldig, af in de diepte, om daar het wezen van de dingen te doorgronden. Tegenwoordig vliegen we snel en onrustig over de oppervlakte, om zoveel mogelijk ervaringen aaneen te rijgen. Baricco betitelt de sequenties die zo ontstaan als doorgangssystemen: 'We gaan op zoek naar handelingen waar we snel in kunnen en gemakkelijk weer uit kunnen.'

Op het moment dat ik het las, klonk het nog wat abstract. Het kwartje zou een paar weken later vallen, in het Van Gogh Museum, van wie je bepaald geen 'barbaarse' ervaringen verwacht. Zo niet op de vrijdagavond. Dan wordt gepoogd een ander, jonger en hipper, publiek te trekken. In grote drommen schuivelen we langs de topstukken. Maakt dat een echte ontmoeting met Van Gogh al lastig, het museum voert de druk op met een palet aan zijdelings vertier. In de cocktailbar rinkelen de glazen, een dj trekt je richting de dansvloer, en dan zijn er natuurlijk nog de vertrouwde tekstbordjes en rondleidingen.

Een doorgangssysteem in optima forma. Maar maakt al dat multitasken elke diepgang onmogelijk? Natuurlijk, de herrie leidt af, maakt het moeilijker om een uniek oeuvre te laten bezinken. Desalniettemin had ik één magische 'aha'-erlebnis. Zo'n subliem moment van inzicht, in wat de kunstenaar bedoelt en in welke emotie hij uitdrukt. Oké, het was misschien niet dankzij de muziek. Dat zou de volgende stap zijn. Maar het illustreert dat de twee opvattingen van ervaring, de beschaafde en de barbaarse, elkaar niet noodzakelijk uitsluiten.

Daarna moest ik denken aan het lezen. Ook daarvan wordt gezegd dat, op onze flikkerende schermpjes, de diepte het verliest van de oppervlakte. We navigeren, zoeken, browsen en scannen dat het een lieve lust is. Exit het lezen zoals we dat op school leren. Daarin draait het om intiem contact met de tekst, die we in volle concentratie tot ons nemen. Online veranderen teksten in de doorgangssystemen van Baricco. Hyperlinks helpen ons op de trein te stappen, en er even snel weer uit.

Dat mag allemaal zo lijken, toch weerhoudt niets ons ervan om langer te blijven zitten. Wie ervoor openstaat, kan zich online de diepte inlezen als nooit tevoren. Denk aan de 'long reads' van De Correspondent en de app Fosfor; het feit dat die 140 tekens dikwijls doorverwijzen naar langer leesvoer; en, niet te vergeten, dat de gevierde dinosaurus van het boek zélf transformeert - volgens Baricco: muteert - tot een 'digitale barbaar'.

Of we dit doen, is een tweede, en een populair onderwerp van empirisch onderzoek (zie NRC en Guardian en Leesmonitor). Toch is er vooralsnog weinig reden om de noodklok te luiden. Het lijkt er eerder op dat we ons ei anders gaan bakken. Terwijl het wit van het navigeren, browsen en scannen zich uitbreidt, krimpt de dooier van het dieplezen. Barbaren mogen volgens Baricco betekenis vinden in de oppervlakte van het World Wide Web. Maar die is alleen oppervlakkig voor wie de potentiële diepgang niet wil zien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten